Veel grenzen in het contact tussen (vrijwillige) medewerkers en minderjarigen aan de activiteiten van het bouwdorp zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen nooit exacte grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook want voor veel kinderen is dichtbijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen (jong)volwassen medewerkers en minderjarigen, die bij ons komen, absoluut ontoelaatbaar zijn!
Daarom hebben wij als bouwdorp voor al onze (vrijwillige) medewerkers een gedragscode opgesteld. De gedragscode bestaat uit twee delen: regels die bijdragen aan een open, transparante en veilige omgeving voor kinderen en vrijwilligers én de omschrijving van grensoverschrijdend gedrag die het uitgangspunt is van het tucht- en sanctiebeleid dat door de organisatie wordt gevoerd. Wanneer je bij ons komt werken, als vrijwilliger vragen wij je deze gedragscode te ondertekenen. Hiermee verklaar je dat je de gedragscode kent en volgens de gedragscode zult handelen.
De gedragsregels voor vrijwillige medewerkers
- De vrijwilliger zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de minderjarige zich veilig en gerespecteerd voelt.
Het kind moet worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd of lichamelijke kenmerken. Dat betekent dat het kind zich zowel tijdens de activiteiten van het bouwdorp, maar ook daarbuiten veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich – letterlijk – vrij kan bewegen.
- De vrijwilliger gaat zo om met een kind dat zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast.
Dit betekent dat je een kind/jongere nooit op een manier bejegent die hem in zijn waardigheid aantast. Je onthoudt je van discriminerende, kleinerende of (seksueel) intimiderende opmerkingen en gedragingen. Dit geldt tijdens de activiteiten, maar ook daarbuiten, tijdens alle activiteiten die door of namens het bouwdorp worden georganiseerd.
- De vrijwilliger dringt niet verder door in het privéleven van de minderjarige dan functioneel noodzakelijk is.
In het vrijwilligerswerk komt het veel voor dat men kinderen ook kent vanuit sociale contacten. Maar de vrijwilliger is binnen het bouwdorp altijd de verantwoordelijke. Binnen het bouwdorp gaat het niet om vriendschap of andere sociale relatie, maar om de relatie vrijwilliger–minderjarige. Het is belangrijk dat de vrijwilliger zich bewust is van zijn positie, die ook buiten het bouwdorp door kan spelen. Het gaat erom dat de vrijwilliger gepaste afstand houdt en niet verder doordringt in het privéleven van het kind dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel (activiteit) van het bouwdorp. Bijvoorbeeld: het onnodig vragen stellen over het privéleven, persoonlijke afspraakjes maken, contact opnemen met het kind buiten de activiteiten van het bouwdorp om, kinderen thuis uitnodigen (in een één op één situatie), enzovoort. Binnen het bouwdorp kan vaker sprake zijn van verbanden tussen leden die los staan van de contacten binnen het bouwdorp, zoals bestuursleden of leiding met kinderen op de groep, leiding waarbij kinderen ook buurtgenoten zijn e.d. Dit artikel richt zich niet op de contacten die uit deze verbanden komen. Het is wel belangrijk dat de vrijwilliger de lijnen tussen de twee verbanden zo duidelijk mogelijk houdt. Daar waar zijn rol als vrijwilliger van de groep een rol gaat spelen handelt hij in de geest van deze gedragscode.
- De vrijwilliger onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van de minderjarige. Alle seksuele handelingen, -contacten en -relaties
tussen vrijwilliger en minderjarige tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.De vrijwilliger mag zijn positie en relatie nooit gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in strijd zijn met zijn verantwoordelijkheid, of die de grenzen van de relatie overschrijden. Hierbij kan worden gedacht aan:
- een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen;
- seksueel getinte opmerkingen en insinuaties, zoals grof taalgebruik of schuine moppen;
- het stellen van vragen over seks, bijvoorbeeld over masturbatie, frequentie en vormen van vrijen;
- de minderjarige op een niet-functionele wijze bekijken en aanraken waarbij de ogen of handen zijn gericht op de geslachtskenmerken;
- bevrediging van de eigen seksuele verlangens;
- alle seksuele handelingen en relaties tussen vrijwilligers en minderjarigen tot 18 jaar zijn ontoelaatbaar en strafbaar volgens artikel 249 Wetboek van Strafrecht.
Tussen volwassenen en kinderen is sprake van een natuurlijk overwicht en dus een machtsverschil. Een kind kan daardoor zaken moeilijker weigeren, of overzien waar het om gaat. Het is aan de volwassene om de grenzen te bewaken. De kalenderleeftijd vormt bij hen geen criterium, maar het feit dat zij een achterstand hebben in de verstandelijke en/of emotionele en sociale ontwikkeling.
Dit betekent dat de vrijwilliger:
- nooit seksuele toenadering zoekt tot kinderen/jongeren en/of een seksueel of erotisch geladen sfeer schept (bijvoorbeeld door het laten zien van porno, of de eigen geslachtsorganen);
- een kind/jongere nooit gebruikt voor bevrediging van de eigen seksuele en/of agressieve verlangens;
- nooit (met seksueel gedrag) mag ingaan op verliefde gevoelens, seksuele verlangens of fantasieën van het kind óók niet wanneer hij/zij je daartoe lijkt uit te nodigen, dan wel onomwonden uitnodigt;
- wanneer er een erotisch/seksueel geladen sfeer mocht ontstaan, of zou kunnen ontstaan, tussen de vrijwilliger en het kind, de vrijwilliger afstand neemt en de situatie bespreekbaar maakt met medeleiding, het bestuur of de vertrouwenspersoon;
- wanneer bij de vrijwilliger gevoelens van verliefdheid, maar ook afkeer of agressie ontstaan t.o.v. het kind/de jongere, neemt de vrijwilliger afstand en maakt de situatie bespreekbaar met medeleiding, het bestuur of de vertrouwenspersoon.
- De vrijwilliger raakt de minderjarige niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.
Uitgangspunt is dat de minderjarige het als seksueel getint ervaart. Bijvoorbeeld: het te lang vasthouden van een hand bij begroeten of afscheid nemen, iemand naar je toetrekken, je tegen het kind/de jongere aandrukken, een tongzoen geven, aanraken van billen en borsten, enzovoort. Functionele aanrakingen zijn soms noodzakelijk (een jong of gehandicapt kind helpen bij het naar de wc gaan) of wenselijk (een kind troosten) en mits daar geen misbruik van gemaakt wordt, toegestaan. De vrijwilliger moet er voor zorgen dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is, dit contact of deze aanraking niet verkeerd – in de zin van seksueel getint of intimiderend – kan worden geïnterpreteerd. De vrijwilliger houdt bij lichamelijk contact rekening met grenzen die de minderjarige aangeeft, leeftijd, ontwikkelingsniveau, achtergronden, de specifieke situatie en wat maatschappelijk en/of cultureel als aanvaardbaar wordt gezien.
- De vrijwilliger gaat tijdens de activiteiten met respect om met minderjarigen en de ruimtes waarin zij zich bevinden
Met respect betekent in dit beval bijvoorbeeld dat:
- met respect omgaan met de ruimtes waarin de kinderen zich bevinden, betekent dat de minderjarige zich daar veilig moet voelen, zijn privacy gewaarborgd is en sociale controle niet is uitgesloten. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan: gesprekken met het kind in een neutrale ruimte worden gehouden (niet in kleedruimte), de deur open laten staan na het binnentreden.
- De vrijwilliger beschermt de minderjarige naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij de minderjarige is betrokken, wordt nageleefd.
De vrijwilliger heeft binnen zijn mogelijkheden de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van de minderjarige. Indien de vrijwilliger grensoverschrijdend gedrag signaleert is hij verantwoordelijk het ongewenste gedrag te (doen laten) stoppen en te zorgen voor de veiligheid van het kind. De vrijwilliger is alert op signalen die kunnen wijzen op seksueel misbruik/overtreding van de gedragscode.
- Als de vrijwilliger gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen.
Alle vermoedens of constateringen van seksueel misbruik moeten worden gemeld. Het kan zijn dat een minderjarige een vrijwilliger in vertrouwen neemt en vertelt dat iemand hem/haar misbruikt. De vrijwilliger belooft in een dergelijk geval geen geheimhouding. Feiten van vertrouwelijke aard, aan jou toevertrouwd, moeten te allen tijde worden gerespecteerd. Maar wanneer de belangen van de minderjarige in het geding zijn, dient de vrijwilliger hiervan melding te maken of tenminste een derde te raadplegen. Indien enigszins mogelijk gebeurt dit in overleg met de minderjarige.
- De vrijwilliger krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn.
Door vergoedingen dreigen de objectiviteit van het handelen en de onafhankelijke positie van de vrijwilliger en die van de minderjarige in het gedrang te komen. Hierdoor kan een voedingsbodem ontstaan voor (seksueel) machtsmisbruik.
- In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de vrijwilliger in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact treden met een door het bestuur aangewezen persoon.
Dit betekent dat de vrijwilliger ook alert is op gedragingen die niet direct als seksueel misbruik of intimidatie zijn te betitelen, maar wel als grensoverschrijdend worden ervaren. Ook in dit geval is het belangrijk dat passende maatregelen worden genomen, zoals het aanspreken van de persoon in kwestie. Desgewenst kan de vrijwilliger de in het protocol genoemde personen raadplegen.
Omschrijving seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen en sanctiebeleid
Onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarige verstaan wij: Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale of nonverbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en/of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding; en/of andere handelingen of gedragingen die strafbaar zijn volgens het Wetboek van Strafrecht.
Gedragingen die volgens de bovenstaande omschrijving vallen onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen kunnen worden gesanctioneerd door een tuchtrechtprocedure waarin hoor en wederhoor zal plaatsvinden. De sancties bestaan uit het voor korte of langere tijd uitsluiten van vrijwilligerswerk met minderjarigen door persoonsgegevens in een centraal register op te nemen.
Seksueel grensoverschrijdende gedragingen met minderjarigen waarvan het bestuur oordeelt dat deze vallen onder het Wetboek van Strafrecht zullen bij politie/justitie worden gemeld.